Voorziening Grondwaterheffing
Z112 | Voorziening grondwateronttrekkingsheffing | ||||
---|---|---|---|---|---|
Verloop | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Saldo aanvang jaar (1) | 1.204.573 | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 |
Vrijgevallen bedragen (2) | - | - | - | - | - |
Toevoegingen (3) | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 |
Aanwendingen (4) | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 |
Begroot saldo einde jaar (1-2+3-4) | 1.204.573 | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 |
Begrote aanwendingen (5) | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 870.000 |
Werkelijke/beoogde aanwendingen (6) | 526.470 | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 870.000 |
Begrote toevoegingen programma (7) | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 |
Werkelijke/beoogde toevoegingen(8) | 786.371 | 800.000 | 800.000 | 800.000 | 800.000 |
Saldo einde jaar (9=1-2+3-4+5-6-7+8) | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 | 1.464.474 |
Voorziening Grondwateronttrekkingsheffing | |
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) | De via de grondwateronttrekkingsheffing geïnde gelden moeten specifiek worden besteed aan de in artikel 13.4b van de Omgevingswet genoemde doelen. Daarom dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV). |
---|---|
Instellingsbesluit | Bij de 1e Bestuursrapportage 2016. Dit naar aanleiding van de controle van de Jaarrekening 2015 in verband met gewijzigde interpretatie van het BBV. |
Portefeuillehouder | Willemien Meeuwissen |
Programma | 2: Landelijk gebied |
Toelichting | De wettelijke taken van de provincie op het gebied van grondwaterbeheer worden gefinancierd met de opbrengst van de grondwateronttrekkingsheffing. De uit deze heffing voortvloeiende middelen hebben op grond van artikel 13.4b van de Omgevingswet een specifiek bestedingsdoel en zijn om deze reden niet vrij beschikbaar. Omdat de via de grondwateronttrekkingsheffing geïnde gelden specifiek moeten worden besteed aan de in de Omgevingswet genoemde doelen, dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV). |
Wat was in 2024 gepland? | De opbrengst van de grondwateronttrekkingsheffing (€ 800.000,--) wordt aan deze voorziening toegevoegd. De even hoog geraamde lasten ten behoeve van regulier onderhoud, onderzoeken, bijdragen aan projecten en vergoeding van inzet van personeel worden ten laste van deze voorziening gebracht. |
Wat is in 2024 gerealiseerd? | De werkelijke opbrengst van de grondwateronttrekkingsheffing is € 786.371,--. De werkelijke onttrekking uit de voorziening bedraagt € 526.470,--. Gepland waren activiteiten voor regulier onderhoud en beheer van het grondwatermeetnet, onderzoek en verdrogingsmonitoring natuurgebieden. |
Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen? | De reguliere grondwateronttrekkingen zijn lager dan verwacht, waardoor een lagere opbrengst is gerealiseerd van € 13.269,--. Tegelijkertijd vallen de kosten € 273.530,-- lager uit, waardoor het saldo van de voorziening stijgt. |
Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen | N.v.t. |