II Jaarrekening

II.4 Toelichting op de balans van 31 december 2024

Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en gelet op artikel 216 van de Provinciewet en de Financiële Verordening Drenthe 2024, waarin Provinciale Staten op 23 april 2024 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie hebben vastgesteld (Statenstuk 2024-625).

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben, onverschillig of ze tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten worden daarbij verantwoord tot een brutobedrag. De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht.

Vaste activa

Vaste activa zijn bedoeld om de uitoefening van de werkzaamheden van de provincie duurzaam te dienen.

Algemeen

Hieronder is bij diverse onderdelen van de vaste activa een toelichting gegeven. Alle bedragen in de tabellen van deze paragraaf zijn gedeeld door € 1.000,--.

Immateriële vaste activa

Het BBV kent drie soorten immateriële vaste activa:

  • de kosten die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio;
  • de kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief;
  • de bijdragen aan activa in eigendom van derden.

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen
De notitie Materiële vaste activa (MVA) 2020 van de commissie BBV laat de keuze open om kosten van het sluiten van geldleningen wel of niet te activeren. Provincie Drenthe heeft ervoor gekozen om deze kosten niet te activeren maar rechtstreeks ten laste van het resultaat te brengen, omdat de kosten ten opzichte van de investeringsgrens van € 50.000,-- gering zijn.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor het realiseren van een bepaald actief
Het BBV stelt dat kosten voor onderzoek en ontwikkeling mogen worden geactiveerd. Provincie Drenthe heeft ervoor gekozen om kosten van onderzoek en ontwikkeling voor het realiseren van een bepaald actief niet te activeren. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor het realiseren van een bepaald actief moeten niet verward worden met voorbereidingskosten uitvoeringsfase. Deze kosten behoren tot de vervaardigingskosten van het actief en worden daarom meegenomen in de investering en volgen daarmee de afschrijvingstermijn van de betreffende investering.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Deze kosten worden geactiveerd als aan de volgende vereisten is voldaan.

  • Er is sprake van een investering door een derde.
  • De investering draagt bij aan de publieke taak.
  • De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
  • De bijdrage kan door de provincie worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de provincie anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt. Provincie Drenthe hanteert volgens de financiële verordening een afschrijvingstermijn van maximaal 15 jaar.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

De bijdragen in activa in eigendom van derden zijn als volgt te specificeren:

(x € 1.000,--)

Boekwaarde
1-1-2024

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Afwaar- deringen

Boek-
waarde 31-12-2024

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

8.135

1.504

1.742

7.897

Totaal

8.135

1.504

1.742

0

7.897

* Er heeft een categorieverschuiving plaatsgevonden bij de boekwaarde per 1-1-2024 van 85

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:

  • investeringen met een economisch nut;
  • investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
  • investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven.

Met ingang van 1 januari 2015 geldt voor natuurruilgronden dat deze worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs of de lagere marktwaarde. De natuurruilgronden die onder de materiële vaste activa zijn verantwoord, betreffen gronden die tijdelijk in bezit van provincie Drenthe zijn. Het grootste gedeelte van deze voorraad blijft gedurende een langere periode in bezit en wordt in de tussentijd beheerd (verpacht aan de boeren, ingericht als natuur).

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Ten aanzien van investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, geldt dat vanuit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering zijn gebracht op de in het boekjaar gepleegde investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing is geheven. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven. De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen. De gehanteerde afschrijvingstermijnen kennen hun basis in de Financiële Verordening Drenthe 2024.

De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire of de annuïteitenmethode. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Met afschrijven wordt begonnen in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin het actief technisch en financieel gereed is gekomen / is verworven. Op grond wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.

Door wijziging in het BBV (Notitie Materiële vaste activa) mogen met ingang van 2018 de lonen die ingezet zijn voor investeringen, per saldo niet meer worden verantwoord als lasten in de exploitatie. Het gaat hierbij om de directe projectkosten. Die lonen worden ten laste gebracht van investeringsprojecten. Bij overhead heb je een keuzevrijheid. We hebben ervoor gekozen om de overheadkosten niet toe te rekenen aan investeringen.

Duurzame waardevermindering van vaste activa

Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Lagere taxatiewaarden dan de boekwaarden van onroerende zaken zijn hierbij als duurzame waardedaling in aanmerking genomen. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele baten in de jaarrekening verwerkt.

Buiten gebruik gestelde vaste activa

Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde .

Afschrijvingen

De voornaamste investeringen met de afschrijvingstermijnen zijn hieronder weergegeven.

Investering

Afschrijvingstermijn (in jaren)

Gronden en terreinen

Gronden en terreinen

n.v.t.

Woonruimten

50

Gebouwen (grote verbouwing: aansluiten bij restant afschrijving)

50

Verbouwing/revitalisering/aanpassingen

20

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Sluizen

80

Sluisdeur van composiet

100

Sluisdeur van staal

80

Sluisdeur van hout

50

Kunstwerk (viaduct, tunnels en duikers)

80

Bruggen (vast)

80

Bruggen (beweegbaar)

80

Voorzieningen bij waterwegen (o.a steigers)

30

Remmingen en geleidewerken (hout) bij bruggen

30

Bedienpost t.b.v. de scheepvaart

10

Glasvezel ten behoeve van het bedienen op afstand

10

Oeverbescherming van beton

80

Oeverbescherming van hout

50

Oeverbescherming van staal

30

Aanleg wegen (wegen, rotondes, verkeersdrempels en dergelijke)

20

Machines, apparaten en installaties

Machines, apparaten en installaties lang

30

Machines, apparaten en installaties middel

15

Machines, apparaten en installaties kort

10

Vervoermiddelen

Auto's

5

Overige materiële vaste activa

Losse inventaris (stoelen, bureau, kasten, etc.)

10

Vaste inventaris (sanitair, keukeninrichting, etc.)

10

Isolatieglas

20

Informatisering

Audio/videoapparatuur en telefooncentrale

8

Multimedia, beveiligingsscamera's

5

Hardware

4

Software

4

Tablets

4

Smartphones

2

Immateriële vaste activa

Immateriële activa

5

m.u.v. bijdragen aan activa in eigendom van derden (maximaal)

15

Software wordt tegenwoordig veel in gebruik genomen in de vorm van een SaaS oplossing. In dat geval is er geen sprake van het verkrijgen van een actief ( een investering met economisch nut) omdat het bij SaaS gaat om dienstverlening in de vorm van een abonnement waarmee wordt ingelogd bij de dienstverlener. Deze dienstverlener heeft de activa zowel juridisch als economisch in bezit. Dit betekent dat ook de implementatiekosten behorende bij de implementatie van een SaaS oplossing niet geactiveerd mogen worden. Er is geen sprake van een verkrijgingsprijs en daarom zijn de kosten ook niet als bijkomende kosten te kwalificeren.

De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud en het baggeren van watergangen zijn niet levensduur verlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie of de gevormde voorziening gebracht. Op alle kapitaalgoederen die gereed komen of verworven worden gedurende een boekjaar, worden in het jaar na gereedkomen de afschrijvingen berekend.

In erfpacht uitgegeven gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, waarbij de uitgifteprijs van eerste uitgifte (op basis van de benaderde marktgrondwaarde) geldt als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen (een zeer lage) registratiewaarde. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de materiële vaste activa.

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 01-01-2024

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Afwaar- deringen

Boekwaarde 31-12-2024

Investeringen met economisch nut

Gronden en terreinen

120.895

18.572

5.382

134.085

Bedrijfsgebouwen

0

0

Machines, apparaten en installaties

3.480

1.305

1.379

3.406

Totaal

124.375

19.877

5.382

1.379

0

0

137.491

* Er heeft een categorieverschuiving plaatsgevonden bij de boekwaarden per 1-1-2024 van 1

(x € 1.000,--)

Boek-
waarde
1-1-2024

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Afwaar- deringen

Boek-
waarde
31-12-2024

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut vanaf 1-1-2017 (“nieuwe” wetgeving)

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

46.286

-1.594

334

8.145

36.213

Bedrijfsgebouwen

4.113

1.731

80

5.764

Machines, apparaten en installaties

1.080

2.721

58

3.744

Totaal

51.479

2.858

0

472

8.145

0

45.721

(x € 1.000,--)

Boek-
waarde
1-1-2024

Invest- eringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Afwaard- eringen

Boek-
waarde
31-12-2024

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut tot 1-1-2017 (“oude” wetgeving))

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

101.034

20.232

3.895

112

544

116.716

Bedrijfsgebouwen

17.469

924

16.545

Machines, apparaten en installaties

2.052

741

1.310

Totaal

120.555

20.232

0

5.560

112

544

134.571

Totaal investeringen met maatschappelijk nut

172.035

23.090

0

6.032

8.257

544

180.291

* Er heeft een categorieverschuiving plaatsgevonden bij de boekwaarden per 1-1-2024 van 84

Investeringen met economisch nut
Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen.

Investeringen met maatschappelijk nut voor en vanaf 2017
Vanaf 1 januari 2017 is de keuzemogelijkheid ten aanzien van het wel of niet activeren van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut vervallen. Vanaf 1 januari 2017 dienen alle investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut geactiveerd te worden en over de gebruiksduur te worden afgeschreven. Deze investeringen mogen niet meer rechtstreeks worden verrekend met reserves. Bij de provincie Drenthe activeerden we ook voor 2017 al deze investeringen, maar volgens de BBV-voorschriften dienen we de splitsing vanaf 2017 apart zichtbaar te maken bij de toelichting op de balans.

Desinvesteringen
Er zijn geen desinvesteringen geweest in 2024, behalve verkoop ruilgronden.

Afwaarderingen
Er heeft een afwaardering geweest van € 544.000,-- omdat de brugdek Pijlebrug, die in 2017 was vervangen, mankementen vertoonde waardoor het opnieuw vervangen moest worden. Omdat de oude brugdek niet meer aanwezig is, moest die worden afgewaardeerd.

Verloop investeringen
De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 31 december 2024 toegenomen met € 21,4 miljoen. De loontoerekening van eigen personeel aan investeringsprojecten bedroeg € 1,3 miljoen in 2024. De boekwaarde van de ruilgronden is gestegen met € 13,2 miljoen en die van grond-, weg- en waterbouwkundige werken met € 5,6 miljoen. De boekwaarde van de investeringen in bedrijfsgebouwen is gestegen met € 0,7 miljoen en die van machines, apparaten en installaties is gestegen met € 1,9 miljoen.

Verder verwijzen we naar paragraaf III.1.1 Investeringen voor een specificatie van de investeringen en de bijbehorende kredieten.

De Provincie Drenthe kent geen investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Onder de categorie gronden en terreinen is het, in het kader van het natuurpact voor nul euro, overgedragen voormalig rijksbezit van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) verantwoord: de nieuwe verwerving van ruil- en natuurgronden (terreinen binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN)) minus de verkochte ruilgronden en terreinen binnen het NNN aan terreinbeheerders en/of particulieren. De boekwaarde van de gronden bedraagt op 31 december 2024 € 134,1 miljoen. Wij verwijzen u verder naar de paragraaf Grondbeleid voor een nadere toelichting op deze grondpositie.

Financiële vaste activa

Het BBV kent de volgende soorten financiële vaste activa:

  • kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen;
  • leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen;
  • overige langlopende leningen;
  • uitzettingen in ‘s Rijksschatkist met rentetypische looptijd van één jaar of langer;
  • uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;
  • overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Waar nodig is een voorziening gevormd voor verwachte oninbaarheid of incourantheid van de verstrekte lening. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de financiële vaste activa.

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 1-1-2024

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen/ aflossingen

Waardever-meerdering

Boekwaarde 31-12-2024

Kapitaalverstrekkingen aan:

- deelnemingen

32.742

32.742

Totaal kapitaalverstrekkingen

32.742

0

32.742

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 1-1-2024

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen/ aflossingen

Doorgevoerde waardever-mindering

Boekwaarde 31-12-2024

Leningen aan:

- openbare lichamen

20.000

20.000

0

- deelnemingen

18.269

2.500

20.769

- Overige langlopende leningen

85.871

4.129

10.964

79.036

- Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

0

0

Totaal overige langlopende leningen/Obligaties

124.140

6.629

30.964

0

99.805

Kapitaalverstrekkingen en deelnemingen

De provincie Drenthe bezit belangen in diverse instellingen. Deze effecten zijn bestemd om duurzaam ten dienste van de eigen bedrijfsuitoefening te staan. De volgende belangen zijn per 31 december 2024 in het bezit van provincie Drenthe.

Specificatie deelnemingen

(Bedragen: x € 1.000,--)

Aantal
aandelen

Intrinsieke waarde

Boekwaarde per 31-12-2024

Stille reserve

Nominale waarde

BNG Bank NV

87.750

7.439

199

7.240

219

Groningen Airport Eelde

2.760

2.798

0

2.798

1.242

Nederlandse Waterschapsbank NV

40

1.389

4

1.385

5

Enexis Holding NV

3.549.845

126.161

4.323

121.838

3.550

CSV Amsterdam BV

45.621

2

0

2

-

N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland

19.062

-

28.097

-

8.650

WMD Drinkwater NV

973

28.214

18

28.196

49

Drentse Holding BV (MKB Fonds Drenthe)

100

6.125

100

6.025

100

Totaal

172.127

32.742

167.483

13.815

De dividendopbrengsten moeten worden verantwoord in het jaar waarin het recht op het ontvangen van dividend ontstaat. Omdat de algemene vergadering van aandeelhouders pas in het jaar t+1 beslist over het dividend, wordt het toegekende dividend verantwoord in de jaarrekening van het jaar t+1. Op basis hiervan is het dividend over 2023 opgenomen, dat in 2024 is toegekend (en ontvangen). De aandelen zijn op de balans opgenomen tegen de verkrijgingsprijs. Bij CSV Amsterdam BV is geen boekwaarde vermeld omdat de verkrijgingsprijs van het aandelenpakket één euro was. Ook bij Groningen Airport Eelde is er geen boekwaarde. Om inzicht te geven in een reëlere waarde is tevens de stille reserve die in de waarde van de aandelen verscholen zit, aangegeven. Deze waarde is berekend door rekening te houden met de intrinsieke waarde van de deelnemingen en de verhouding van het aandelenbezit van de provincie ten opzichte van de andere aandeelhouders.

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV heeft op 25 april 2024 het besluit genomen om de vennootschap te liquideren en is de vennootschap ontbonden. Om deze reden is Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV niet meer in het bovenstaand overzicht opgenomen.

Aandelen NOM

Op grond van de (concept)jaarcijfers 2024 van N.V. NOM blijkt als gevolg van een hogere waardering van de portefeuille van deelnemingen/participaties van de NOM, dat de marktwaarde van het aandeel van de provincie in de NOM ultimo 2024 hoger is dan de oorspronkelijke verkrijgingsprijs/agiostorting (€ 28,1 miljoen). Daardoor hoeft er geen voorziening getroffen worden vanwege de lagere marktwaarde.

Leningen aan openbare lichamen (artikel 1 van de wet fido)

De door de provincie verstrekte geldleningen aan openbare lichamen, als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden (fido) zijn als volgt te specificeren.

Specificatie leningen aan openbare lichamen

(x € 1.000,--)

Stand
1 januari
2024

Verstrekte leningen

Aflossing

Stand
31 december
2024

Rente

Gemeente Amsterdam

10.000

0

10.000

0

1,202%

Gemeente Velsen

10.000

0

10.000

0

1,58%

Totaal

20.000

0

20.000

0

De door de provincie verstrekte geldleningen aan deelnemingen zijn als volgt te specificeren.

Overige langlopende leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

De door de provincie verstrekte overige langlopende geldleningen zijn als volgt te specificeren.

Specificatie verstrekte leningen

(x € 1.000,--)

Stand 1 januari 2024

Verstrekte leningen

Aflossing

Afwaardering

Omzetting

Stand 31 december 2024

Rente

Hypotheken ambtenaren

1.882

445

1.436

Coöperatie "Agrarische Natuur Drenthe" U.A.

300

50

250

0,00%

Coöperatie Glasvezel Noord U.A. (fase 1, wit)

2.824

2.824

0

0,81%

Coöperatie Glasvezel Noord U.A. (fase 1, grijs)

385

385

0

3,99%

Coöperatie Glasvezel Noord U.A. (fase 2, wit)

3.446

3.446

0

0,63%

Coöperatie Glasvezel Noord U.A. (fase 2, grijs)

582

582

0

3,69%

Coöperatie Kredietunie Drenthe-Overijssel U.A.

40

5

35

3,00%

Glasvezel De Wolden B.V. (lening 1)

7.800

488

7.313

0,80%

Glasvezel De Wolden B.V. (lening 2)

990

62

928

1,42%

Glasvezel Zuidenveld B.V.

5.297

303

4.993

0,65%

RE-NET Hoogeveen B.V.

3.400

400

3.000

0,82%

Steunstichting Domus DuMus

30

30

0

0,00%

Stichting Drentse Energie Organisatie (Energiefonds Drenthe) - lening 1

39.200

39.200

0,00%

Stichting Drentse Energie Organisatie (Energiefonds Drenthe) - lening 2

0

1.000

1.000

2,00%

Stichting Drentse Energie Organisatie (Energiefonds Drenthe) - lening 3

1.500

500

2.000

0,00%

Stichting Groenfonds (Ontwikkelfonds Energiecoöperaties)

1.200

1.200

0,00%

Stichting Maatschappij van Weldadigheid

570

48

523

2,00%

Stichting Toeristische Promotie Zuid West Drenthe

40

40

0

0,00%

Stichting Valthermond.NU

0

100

100

0,00%

Stichting Van Gogh en Drenthe

150

95

55

0,00%

Vekoglas B.V.

106

10

97

0,67%

Vereniging CPO Gees - Klimopschool

13

10

3

0,00%

Nationaal Restauratiefonds

6.226

2.002

539

7.690

1,50%

Stichting RTV Drenthe

1.293

1.293

0,75%

Verwijdering asbestdaken Drenthe

5.632

527

453

5.706

Maatwerklening asbestregeling

701

701

Verzilverlening asbestregeling

182

20

162

Zonneleningen (via SVn)

2.082

730

1.352

85.871

4.129

10.964

0

0

79.036

Vlottende activa

Hieronder wordt bij de diverse onderdelen van de vlottende activa een toelichting gegeven.

Vlottende activa

Voorraden

(x € 1.000,--)

Boekwaarde

Boekwaarde

31-12-2023

31-12-2024

Onderhanden werk voor derden

-

169

Gereed product en handelsgoederen

807

807

Voorraad VVV-bonnen

3

4

Totaal voorraden

810

981

De voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs.

Onderhanden werk voor derden
Er is in 2019 een Bestuursovereenkomst afgesloten tussen provincie Drenthe en gemeente De Wolden. De provincie Drenthe zou als penvoerder werkzaamheden uitvoeren voor de gemeente in het kader van Duurzaam Veilig. Echter door aanpassingen aan de scope van het project “N375 Duurzaam Veilig” is er een nieuwe situatie ontstaan. De diverse verkeersmaatregelen komen nu in eigendom van de provincie Drenthe. Deze verkeersmaatregelen zijn in het jaar 2024 ondergebracht in het investeringsproject: “Maatregelen N375 Duurzaam Veilig”  bij de provincie Drenthe.

Gereed product en handelsgoederen
Volgens de BBV-voorschriften moeten gebouwen die in de verkoop staan onder de voorraden worden verantwoord. In 2022 is Huize Tetrode in de verkoop gezet. Dit pand is begin 2025 verkocht (onder voorbehoud van financiering). De verwachting is dat in april 2025 de overdracht zal plaatsvinden. Ook bevat deze balanspost een perceel in Dalen, dat tijdelijk is aangekocht als opslag van zandwinning voor investeringen in wegen. Hiervoor is een nieuwe taxatie gedaan in 2024, waarbij de taxatiewaarde hoger is dan de boekwaarde.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt statisch bepaald. De post Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar wordt onderscheiden in:

(x € 1.000,--)

Stand 31 december 2024

Voorziening oninbaarheid

Boekwaarde 31 December 2024

Stand 31 december 2023

Vorderingen op openbare lichamen

29.292

142

29.150

22.847

Rekening-courantverhoudingen met het Rijk

381.762

381.762

135.013

Rekening-courantverhoudingen overige niet-financiële instellingen

15.250

15.250

22.061

Overige vorderingen

1.387

59

1.328

3.715

Totaal

427.691

201

427.490

183.636

Rekening-courantverhoudingen met het Rijk
Het saldo dat in 's Rijks schatkist wordt aangehouden (verplicht schatkistbankieren) is in 2024 gestegen met € 247 miljoen door voornamelijk ontvangen gelden voor specifiek uitkeringen.

Rekening-courantverhoudingen overige niet-financiële instellingen
Dit zijn de middelen die Prolander (Drenthe gelden) aanhoudt bij het Schatkistbankieren en de middelen van de provincie Drenthe die zijn uitgezet bij het Nationaal Restauratiefonds (NRF), Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN) en het Groenfonds. De reden dat die middelen hier gepresenteerd worden, is dat het directe opeisbaarheid langer duurt dan bij liquide middelen.

Schatkistbankieren
Drempelbedrag

De overtollige liquide middelen die niet voor de uitoefening van de publieke taak ingezet worden, moeten conform de Wet fido aangehouden worden bij het Rijk (verplicht schatkistbankieren). Er zijn echter enkele uitzonderingen. Eén daarvan is het drempelbedrag. Het drempelbedrag is het maximale bedrag dat over een heel kwartaal gezien gemiddeld op dagbasis buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen: niet elke laatste euro hoeft elke dag naar de schatkist te worden overgeboekt. Alleen de middelen die het drempelbedrag te boven gaan moeten in de schatkist worden aangehouden. Het drempelbedrag was in 2024 circa € 7,5 miljoen.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren

De berekening van de benutting van het drempelbedrag is in onderstaande tabel weergegeven. Hieruit blijkt dat in 2024 het drempelbedrag niet is overschreden.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren

(x € 1.000,--)

Verslagjaar

(1)

Drempelbedrag

7.516

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen

1

1

1

0

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

7.514

7.515

7.515

7.515

(3b) = (2) < (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

(x € 1.000,--)

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

375.783

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan 500 miljoen

375.783

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen te boven gaat

0

(1) = (4b) * 2% +
(4c) * 0,2%, met een minimum van € 1.000.000,--

Drempelbedrag

7.516

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen

(x € 1.000,--)

Verslagjaar

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

122

88

63

39

(5b)

Dagen in het kwartaal

91

91

92

92

(2) = (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen

1

1

1

0

Liquide middelen

Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Alle bankrekeningen staan volledig ter beschikking van de provincie. Omdat de provincie het geld verplicht moet stallen bij het Rijk, staat het grootste saldo van de eigen middelen bij uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar (onder de post Rekening-courantverhoudingen met het rijk). De middelen van de provincie Drenthe die zijn uitgezet bij het Nationaal Restauratiefonds (NRF), Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN) en het Groenfonds staan onder de post Rekening Courant verhoudingen overige niet-financiële instellingen.

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 31 december 2024

Boekwaarde 31 december 2023

Banksaldi

ABN-AMRO

0

45

ING Zakelijke rekeningen

0

1

Totaal liquide middelen

0

46

Overlopende activa

De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De in de balans opgenomen nog te ontvangen voorschotbedragen, die ontstaan zijn door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt worden gespecificeerd.

(x € 1.000,--)

Saldo
31 december 2024

Saldo
31 december 2023

De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, nog te ontvangen van:

Europese overheidslichamen

0

0

Het Rijk

0

26

Overige Nederlandse overheidslichamen

2.552

3.707

Totaal voorschotbedragen

2.552

3.733

Overige nog te ontvangen bedragen

27.564

26.884

Vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen

39.066

35.599

Totaal overlopende activa

69.182

66.217

De overige nog te ontvangen bedragen (€ 27,6 miljoen) bestaan uit de vordering op het Btw compensatiefonds van € 18,9 miljoen. Ook ontvangen we nog rente van het 4e kwartaal Rijksschatkistbankieren van 2,3 miljoen. En er is nog een bedrag van € 5,5 miljoen die Prolander namens de provincie voor projecten moet factureren bij medefinanciers. De rest van de vorderingen bedraagt €0,9 miljoen.

De vooruitbetaalde bedragen (€ 39,1 miljoen) bestaan voor € 7,9 miljoen uit vooruitbetaalde voorschotten subsidieregelingen die het SNN voor ons uitvoert. Daarnaast is in verband met de regelgeving van lastneming subsidies een bedrag van € 15,7 miljoen als vooruitbetaald verantwoord. Dit geld is al als voorschot betaald, maar de last moet meerjarig worden genomen. Ook zijn er voor Specifieke uitkeringen € 7,4 miljoen aan kosten gemaakt, waarvan we nog inkomsten ontvangen. Tenslotte zijn er vooruitbetalingen gedaan op facturen en subsidies 2025 voor een bedrag van € 8,1 miljoen.

Hieronder wordt de voorgeschreven specificatie gegeven van de voorschotbedragen van voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel.

(x € 1.000,--)

Saldo
1 januari 2024

Toevoegingen

Ontvangen bedragen

Saldo
31 december 2024

Het Rijk

E 32 SPUK Aanpak piekbelasting

26

26

0

Overige Nederlandse overheidslichamen

Bodemsaneringen

350

-116

223

11

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (deel waterschap)

-39

449

410

Regio Deal Natuur

443

443

0

Fysieke investeringen voor industriële verwerking van agrarische producten provincie Groningen (Trappenhuis)

224

224

POP3 samenwerken voor innovatie provincie Groningen

1.776

1.776

GRO6C Regio Deal Natuur Inclusieve Landbouw Noord Nederland

489

489

0

SNN regeling Kansen verzilveren

159

99

60

SNN regeling Isoleerprogramma Drenthe

239

239

0

Gezamenlijke beschikkingen projectsubsidies (deel gemeente Emmen)

31

31

Provinciaal Werkgelegenheidsregister

36

41

36

41

Totaal van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel

3.734

374

1.555

2.552

Vaste passiva

Algemeen

Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vaste passiva een toelichting gegeven. De vaste passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij bij het betreffende balanshoofd anders staat vermeld. Alle bedragen in de tabellen van deze paragraaf zijn gedeeld door € 1.000,--.

Eigen vermogen

(x € 1.000,--)

Boekwaarde

Boekwaarde

31 december 2024

31 december 2023

Reserves, gespecificeerd naar:

– algemene reserve

43.885

38.944

– bestemmingsreserve

375.146

364.706

Het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

33.151

22.132

Totaal eigen vermogen

452.182

425.782

In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is de verantwoordelijkheid van Provinciale Staten. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra Provinciale Staten aan een reserve een bepaalde bestemming hebben gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Zowel reserves als voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Een gedetailleerd overzicht van alle reserves is opgenomen aan het eind van deze paragraaf. Voor de aard en reden van elke reserve en de toelichting op de toevoegingen en onttrekkingen verwijzen we naar pagina 299 en verder.

Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de provincie. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde/het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:

  • verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is te schatten;
  • op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
  • kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
  • bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven;
  • middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord. Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd

In de toelichting op de balans is een overzicht opgenomen van het verloop van de voorzieningen per categorie en is bij elke voorziening een specificatie opgenomen met o.a. een toelichting op de reden waarom een voorziening is ingesteld, de bestedingen t.l.v. de voorziening, etc.

Vlottende passiva

Algemeen

Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vlottende passiva een toelichting gegeven. De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij bij het betreffende balanshoofd anders staat vermeld. Alle bedragen in de tabellen van deze paragraaf zijn gedeeld door € 1.000,--.

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 31-12-2024

Boekwaarde 31-12-2023

Ontwikkeling

Overige schulden

18.779

7.484

11.295

Rekening-courantsaldi

10.053

7.892

2.161

Totaal

28.832

15.376

13.456

 
Overige schulden
De overige schulden en rekening-courantsaldi zijn met € 13,5 miljoen toegenomen. Dit komt voornamelijk doordat de post crediteuren met € 10,5 miljoen is gestegen. De belangrijkste reden hiervan is dat er in de openstaande post 5 grote facturen/subsidies voorkomen.
De saldi van diverse rekeningen-courant hebben voornamelijk betrekking op Europese of regionale projecten, waarvoor de provincie de administratie voert. Er staat eind 2024 nog een saldo van € 10,1 miljoen als schuld open (nog besteding van ontvangen bedragen). Dit is een toename van € 2,2 miljoen ten opzichte van eind 2023. De posten met het grootste saldo betreffen de rekeningen-courant Aandeelhouders NOM. Het gaat hierom een bedrag van € 4,4 miljoen. Dit betreft het saldo van de zogenaamde “terugploegkorting”, dat bedongen is bij de aankoop van de aandelen van de NOM. Dat bedrag zal door de aandeelhouders van de NOM worden besteed ter stimulering van het (innovatieve) MKB in Noord-Nederland en staat bij de provincie tijdelijk op de rekening.

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 31-12-2024

Boekwaarde 31-12-2023

Ontwikkeling

Aandeelhouders NOM

396

396

0

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting gezamenlijk)

356

446

-90

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting Groningen)

0

0

0

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting Friesland)

25

25

0

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting Drenthe)

3.600

3.600

0

Totaal

4.377

4.466

-90

Overlopende passiva

(x € 1.000,--)

Saldo
31 december 2024

Saldo
31 december 2023

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

53.098

68.398

De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, ontvangen van:

Europese overheidslichamen

29

Het Rijk

361.263

140.472

Overige Nederlandse overheidslichamen

26.541

22.133

Totaal voorschotbedragen

387.833

162.605

Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

8.573

18.106

Totaal overlopende passiva

449.504

249.109

* Omdat de RVO vorderingen (openbare lichamen) niet gelijktijdig zijn met de schulden RVO is dit bij de activa en passiva apart gepresenteerd en moest voor de vergelijkbaarheid ook de balansverschuiving 2023 worden doorgevoerd

Verplichtingen
De provincie heeft nog € 53,1 miljoen aan verplichtingen op de balans staan. Vorig jaar was het saldo nog € 68,4 miljoen. Dat is daling van € 15,3 miljoen. Er is € 16,1 miljoen aan openstaande verplichtingen bij gekomen in 2024 (waarvan 6,1 miljoen RVO) en er is € 31,4 miljoen aan verplichtingen afgewikkeld.

(x € 1.000,--)

Saldo
1 januari 2024

Ontvangen bedragen

Vrijgevallen bedragen

Terug- betalingen

Saldo
31 december 2024

Europese overheidslichamen

European Circular Innovation Valley

0

29

29

Het Rijk

Bodemsaneringen

964

467

497

Kennisbudget Uitvoeringsprogramma Bodem en Onderhoud

30

30

E12 SPUK bermmaatregelen N-wegen

758

240

98

421

E15B SPUK Regionale Aanpak Laadinfrastructuur 2020-2023

42

1

41

0

E17 SPUK Maas pilots

42

-97

139

J13 SPUK ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed

360

360

1

L7 SPUK Regeling specifieke uitkering IBP-Vitaal Platteland

125

54

70

E58 SPUK Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem overbruggingsjaar 2021

975

78

897

E20 SPUK Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021

4.205

-107

4.311

E56 SPUK Tijdelijke stimuleringsregeling doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2021

251

204

47

E56B (Fryslân) SPUK Tijdelijke stimuleringsregeling doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2021

169

0

169

0

D13 SPUK Impuls regionale culturele infrastructuur verbreding en vernieuwing

16

333

350

0

L8 SPUK Regeling specifieke uitkeringen opkoop veehouderijen in verband met stikstofdepositie op natuurgebieden

20.254

20.254

L16 SPUK Eenmalige specifieke uitkering Provinciaal Uitvoeringsprogramma Natuur

39.142

16.681

22.461

J86 SPUK Maatschappelijk vastgoed

718

862

220

1.360

J210 SPUK Meerjarige regeling specifieke uitkering flexibele inzet woningbouw

386

386

0

L25 SPUK versnellingsvoorstellen transitie landelijk gebied

41.866

2.480

39.387

E44 SPUK Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie, werkregio Fluvius

1.518

2.999

567

3.950

E83 SPUK Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodemopgaven 2022

868

376

492

E84 SPUK Rotonde BuBeKo (stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022/2023)

294

294

E87 Toekenningsbeschikking Tijdelijke regeling stimuleren maatregelen 2e fase Deltaprogramma

3.757

2.101

464

5.394

J96 SPUK Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe II

16.315

13.351

841

28.824

J103 SPUK opstellen en uitvoeren van woondeals tweede tranche

581

505

76

J117 SPUK versnelling natuurinclusief isoleren

1.557

1.946

43

3.460

L20 SPUK aanvullende aanpak nitraatuitspoeling uit agrarische bedrijfsvoering in specifieke grondwaterbeschermingsgebieden provincie Drenthe

69

69

E97 SPUK bodem 2023

276

59

217

L27 SPUK provinciale maatregelen PAS-melders

4.172

1.006

3.166

L29 SPUK capaciteit natuurmonitoring

122

122

0

L31 SPUK uitvoering BO nitraat

217

217

K28 Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid

0

2.896

52

2.844

J95 SPUK regionale structuur Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

426

300

513

213

L32 SPUK Regeling uitvoering aanpak piekbelasting

0

953

26

927

L33 Specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase

0

47.496

47.496

L34 Regeling provinciale maatregelen landelijk gebied

0

1.890

1.890

0

L35 Gebiedsprocessen en maatregelen Regeling provinciale maatregelen landelijk gebied

0

161.059

356

160.704

L37 SPUK Pas-melders (RPMP2024)

0

7.810

7.810

Kansrijk Noord ESF+

0

500

500

E103 Tijdelijke stimuleringsregeling slim, veilig, doelmatig en duurzaam gebruik van mobiliteitsinfrastructuur 2023-2027

0

22

22

E111 Regeling stimulering schoon en emissieloos bouwen voor medeoverheden

0

6

6

E113 SPUK Tijdelijke regeling uitkering bodem 2024

0

1.429

393

1.036

J118 Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen aan provincies.

0

2.280

155

2.124

J5 Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche

0

584

584

J6 Flexibele inzet ondersteuning woningbouw (vierde tranche)

0

896

896

C130 Compensatie VS Woo

0

68

68

E74 Tijdelijke regeling specifieke uitkeringen decentraal spoor

0

2.776

2.776

0

G16 Rijksbijdrage grensinformatiepunten

0

63

63

0

Overige Nederlandse overheidslichamen

Regiodeal Zuid- en Oost Drenthe (aandeel gemeenten)

3.442

2.060

1.382

Regiodeal Zuid- en Oost Drenthe II (aandeel gemeenten en prov. Overijssel)

0

3.040

376

2.664

Regionaal Mobiliteitsfonds RSP

4.388

4.388

Bodemsaneringen

681

681

SNN subsidie Bedrijvenregeling

165

-49

214

SNN subsidieregeling Vierkant voor werk/Dutch Techzone

528

-229

757

SNN kansen verzilveren

45

45

0

GRO2C SPUK HUB Verkeer en vervoer Groningen

281

116

165

Prov Groningen "Gelijkwaardige positie" m.b.t. o.a. vergoeding aan deelnemende agrariërs aan overlegtafels"

2.692

67

2.625

E106B Regionale Aanpak Laadinfrastructuur

55

1.451

479

1.027

E87B SPUK tweede fase Deltaprogramma zoetwater

2.329

1.413

203

3.539

MIRT onderzoek Nedersaksenlijn

500

-50

94

356

E17 SPUK Maas pilots (correctie)

0

-56

56

Regiovisie Groningen-Assen

193

274

53

414

Vooruitontvangen bijdragen derden investeringsprojecten (i.v.m. matching)

6.748

173

6.575

Diverse bijdragen gemeenten/provincies projecten

86

551

637

Deltaplan Agrarische Waterbeheer (DAW) - geen spuk

0

55

55

GRO6C Regio Deal Natuur Inclusieve Landouw Noord Nederland

0

1.376

369

1.007

Totaal van de van EU en NL overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor specifieke uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren

162.605

260.760

35.394

139

387.833

Niet in de balans opgenomen rechten/verplichtingen

Recht op verliescompensatie in het kader van de vennootschapsbelasting

Op dit moment is bij de provincie Drenthe nog steeds geen sprake van belastbare activiteiten in het kader van de vennootschapsbelasting. Dit betekent dat geen sprake is van recht op verliescompensatie in het kader van vennootschapsbelasting. De Belastingdienst heeft echter nog steeds geen definitief standpunt hierover ingenomen

Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen of garantstellingen

De verstrekte garant- en borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

(x € 1.000,--)

Aard

Oorspronkelijk bedrag

Restant
1 januari
2024

Restant
31 december 2024

Betalingen gedurende
2024

Triodos Bank N.V.

Garantie

1.200

1.200

1.200

0

Stichting Nationaal Warmtefonds

Garantie

n.b.

85

69

0

Nationaal Groenfonds (inz. leningen pVSPN)

Garantie

n.b.

4.679

4.508

0

Nationaal Groenfonds (inz. convenantsleningen)

Garantie

n.b.

345

0

0

Totaal garantstellingen

6.310

5.777

0

Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de provincie voor toekomstige jaren is verbonden

Niet uit de balans blijkende verplichtingen (NUBBV)
Op grond van artikel 53 van het BBV worden in de toelichting bij de balans opgenomen de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de provincie voor toekomstige jaren is gebonden. Het gaat hierbij om overeenkomsten die in het contractenregister zijn opgenomen voor € 6,6 miljoen.
Op 31 december 2024 zijn er nog meerjarige verplichtingen voor opdrachten en subsidies in de administratie vastgelegd van € 72,3 miljoen voor de jaren 2025 tot en met 2033 (waarvan die € 6,6 miljoen overeenkomsten per jaar onderdeel van uitmaken) . Dit bestaat uit € 32,3 miljoen aan opdrachten goederen en diensten en € 39,9 miljoen aan meerjarige subsidies (boekjaarsubsidies 2025 niet meegerekend). Ook zijn er bij de investeringen nog doorlopende meerjarige opdrachten van € 12,4 miljoen.

Overeenkomsten

Niet in de balans opgenomen belangrijke jaarlijkse financiële verplichtingen waaraan de provincie voor toekomstige jaren is verbonden (bedragen x € 1.000,--)

Beveiliging, receptie en telefonie

378

Multifunctionals

42

Schoonmaak

356

Autolease

832

Verzekeringen

158

Accountantskosten

630

Elektriciteit en water

299

Onderhoud hard- en software

4.050

Totaal

6.745

Bestuursakkoord Natuur

Regeling/Beheertype

Verplichtingen per 31-12-2024

PSN; pakket 30

5.901.247

PSN tariefdossiers

10.739.962

SKNL; pakket 50

2.897.632

SKNL; overig

24.064.919

SVNL

50.596.662

ANLB

21.014.651

Totaal

115.215.073

In de periode voorafgaand aan de ILG-periode 2007 – 2013 zijn de door de Dienst Regelingen (thans RVO; Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terrein beherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Als gevolg van de afronding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn deze verplichtingen overgegaan naar de provincies. Dit betekent dat de provincie verantwoordelijk is voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen, in plaats van het Rijk. Door de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording is besloten dat de verantwoordingswijze van subsidies die zijn verstrekt voor 1 januari 2014 ongewijzigd blijft. Dit betekent dat de jaarlijks uitbetaalde jaarschijf wordt verantwoord als last en de resterende verplichting wordt toegelicht onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Verder zijn van de nieuwe 6-jarige beheer contracten,de verplichtingen voor toekomstige beheerjaren meegenomen in het bovenstaande overzicht van niet uit de balans blijkende verplichtingen.

Aansprakelijkstelling

Een tweetal biovergisters hebben de provincie aansprakelijk gesteld voor vermeend geleden schade ten gevolge van een brief van 12 oktober 2023, waarbij zij geïnformeerd zijn over de juridische consequenties van de aanwezigheid van amfetamine in het digestaat. In verband met deze constatering hebben deze vergisters gemeend de bedrijfsvoering stil te moeten leggen.  De schade is begroot op een bedrag van totaal tussen € 12 en € 13 miljoen. De beoordeling en afhandeling van de claims is in handen van de verzekeraar, in afwachting van de uitkomst van de beroepsprocedure tegen de brief van 12 oktober 2023.

Gebeurtenissen na balansdatum

Bij het opmaken van de jaarrekening is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum die op grond van het BBV moeten worden verwerkt en/of toegelicht in de jaarrekening.

Hierna volgt een gedetailleerd overzicht van alle reserves en voorzieningen.

Totaaloverzicht Reserves en voorzieningen

Nummer

Omschrijving

Saldo 31 dec. 2023 na bestemming resultaat reserves

2024 Begrote rente

2024 Begrote vermeerde- ringen

2024 Begrote verminderingen

Saldo 31 dec. 2024 voor bestemming resultaat reserves

2024 Resultaat op reserves

Saldo 31 dec. 2024 na bestemming resultaat reserves

Algemene reserves

R001

Reserve voor algemene doeleinden

5.021.950

0

15.711.251

3.498.899

17.234.302

0

17.234.302

R002

Saldireserve

20.249.868

0

6.875.610

19.182.184

7.943.294

0

7.943.294

R004

Risicoreserve

18.707.500

0

0

0

18.707.500

0

18.707.500

Totaal algemene reserves

43.979.318

0

22.586.861

22.681.083

43.885.096

0

43.885.096

Bestemmingsreserves

R112

Reserve versterking economische structuur

2.504.833

0

1.850.000

2.009.000

2.345.833

3.831.548

6.177.381

R123

Reserve provinciaal aandeel ILG

5.952.197

0

3.962.838

9.626.253

288.782

335.555

624.337

R124

Reserve Regio Specifiek Pakket

1.218.980

0

75.000

187.449

1.106.531

112.449

1.218.980

R125

Financieringsreserve

119.909.796

0

19.804.180

25.149.807

114.564.169

0

114.564.169

R127

Cofinancieringsreserve Europa

11.582.149

0

4.000.000

4.219.738

11.362.411

1.034.916

12.397.327

R128

Reserve opvang revolverend financieren

20.470.973

0

0

0

20.470.973

10.000

20.480.973

R129

Reserve natuurbeleid

73.395.787

0

36.699.306

48.302.518

61.792.575

24.741.593

86.534.168

R131

Reserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen

9.655.738

0

7.858.011

4.143.403

13.370.346

-1.252.753

12.117.593

R132

Reserve investeringsbijdrage Groningen Airport Eelde

3.660.760

0

245.000

2.083.000

1.822.760

21.341

1.844.101

R133

Reserve uitvoering generatiepact

520.352

0

250.268

709.492

61.128

36.907

98.035

R134

Reserve persoonlijk ontwikkelbudget (POB)

345.633

0

0

345.633

0

0

0

R135

Reserve investeringsagenda 2019-2023

6.116.666

0

0

3.116.666

3.000.000

0

3.000.000

R136

Reserve Regiodeal Zuid- en Oost-Drenthe

4.095.423

0

1.931.250

4.095.423

1.931.250

-998.082

933.168

R137

Reserve verstrekte subsidies

30.346.279

0

5.979.184

13.300.992

23.024.471

7.687.717

30.712.188

R139

Reserve mobiliteit

79.850.935

0

20.078.723

52.044.141

47.885.517

3.375.428

51.260.945

R140

Reserve bodem

9.676.029

0

648.372

740.150

9.584.251

311.612

9.895.863

R141

Reserve cofinanciering onrendabele toppen woningbouw

2.500.000

0

2.500.000

500.000

4.500.000

224.000

4.724.000

R142

Reserve wettelijke boscompensatie

0

0

963.580

119.577

844.003

0

844.003

R143

Kapitaallastenreserve verdiepte ligging rondweg Emmen

0

0

10.565.000

0

10.565.000

0

10.565.000

R144

Reserve restauratie en herbestemming Koloniën van Weldadigheid

0

0

0

0

0

0

0

R145

Kapitaallasten Norgerbrug

0

0

7.153.337

0

7.153.337

0

7.153.337

Totaal bestemmingsreserves

381.802.529

0

124.564.049

170.693.242

335.673.336

39.472.231

375.145.567

Totalen algemene en bestemmingsreserves

425.781.847

0

147.150.910

193.374.325

379.558.432

39.472.231

419.030.663

Nummer

Omschrijving

Saldo 31 dec. 2023

2024 Vrij- gevallen bedragen

2024 Toevoegingen

2024 Aanwendingen

31 dec. 2024 Begroot

2024 Resultaat ten opzichte van begroting

Saldo 31 dec. 2024

Voorzieningen middelen derden

Z100

Voorziening spaarhypotheken

867.470

0

54.000

108.000

813.470

-116.641

696.829

Z111

Voorziening monitoring voormalige stortplaatsen

1.043.606

0

0

0

1.043.606

0

1.043.606

Z112

Voorziening Grondwaterheffing

1.204.573

0

800.000

800.000

1.204.573

259.901

1.464.474

Totaal voorzieningen middelen derden

3.115.649

0

854.000

908.000

3.061.649

143.260

3.204.909

Voorzieningen ter egalisering van kosten

Z003

Voorziening groot onderhoud provinciehuis

2.448.404

0

361.623

928.761

1.881.266

666.857

2.548.123

Z004

Voorziening groot onderhoud Drents Museum

659.799

0

650.606

684.439

625.966

63.163

689.129

Z005

Voorziening groot onderhoud Depot Drents Museum

222.324

0

156.250

1.026

377.548

-42.278

335.270

Z006

Voorziening meerjaren onderhoud Huize Tetrode

74.661

0

0

0

74.661

4.859

79.520

Z007

Voorziening meerjaren onderhoud HHR

188.494

0

52.614

107.937

133.171

107.937

241.108

Z008

Voorziening meerjaren onderhoud Steunpunten

691.469

0

74.250

360.546

405.173

296.939

702.112

Z009

Voorziening achterstallig onderhoud Drents Museum

900.900

25.804

300.000

0

1.226.704

0

1.226.704

Totaal voorzieningen ter egalisering van kosten

5.186.051

25.804

1.595.343

2.082.709

4.724.489

1.097.477

5.821.966

Voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico's

Z200

Voorziening verwacht verlies zandwinning Huttenheugte

261.694

0

0

0

261.694

165.946

427.640

Z202

Voorziening spaarverlof

5.276.578

0

1.239.000

0

6.515.578

57.645

6.573.223

Z201

Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)

7.419.801

0

385.000

450.000

7.354.801

1.549.463

8.904.264

O810

Wachtgeld oud GS-leden

776.690

0

0

378.987

397.703

-227.539

170.164

O814

Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

0

0

418.000

55.000

363.000

-273.462

89.538

Totaal voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico's

13.734.763

0

2.042.000

883.987

14.892.776

1.272.053

16.164.829

Totalen alle voorzieningen

22.036.464

25.804

4.491.343

3.874.696

22.678.915

2.512.790

25.191.705

Totaal reserves en voorzieningen

447.818.311

25.804

151.642.253

197.249.021

402.237.347

41.985.021

444.222.368

Deze pagina is gebouwd op 04/23/2025 11:38:54 met de export van 04/23/2025 11:32:43