Reserve uitvoering generatiepact
R133 | Reserve uitvoering generatiepact | ||||
---|---|---|---|---|---|
Verloop | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Saldo aanvang jaar (1) | 520.352 | 98.035 | (2.907) | 32.368 | 32.368 |
Begrote onttrekking (2) | 709.492 | 351.210 | 130.087 | - | - |
Begrote toevoeging (3) | 250.268 | 250.268 | 165.362 | - | - |
Begrote lasten programma (4) | 526.460 | 351.210 | 130.087 | - | - |
Werkelijke/beoogde lasten programma (5) | 489.553 | 351.210 | 130.087 | - | - |
Begrote baten programma (6) | - | - | - | - | - |
Werkelijke/beoogde baten programma (7) | - | - | - | - | - |
Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7) | 98.035 | (2.907) | 32.368 | 32.368 | 32.368 |
Reserve Uitvoering Generatiepact | |
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) | In het generatiepact worden afspraken gemaakt met medewerkers van zestig jaar en ouder over gedeeltelijk betaalde arbeidstijdreductie tot het moment van met pensioen gaan. |
---|---|
Instellingsbesluit | Statenstuk 2017-818, 5e Begrotingswijziging 2017 en 2e Begrotingswijziging 2018 d.d. 13 december 2017 |
Portefeuillehouder | Yvonne Turenhout |
Programma | 8: Middelen en mensen |
Toelichting | De kosten voortvloeiende uit het generatiepact zullen zich nog enkele jaren gaan voordoen. In de begroting was hiervoor € 3 miljoen gereserveerd. De kosten doen zich voor over een langere periode. Door de afgesproken formatiereductie op de deelname is een jaarlijkse storting begroot van € 250.268,--. Op 31 december 2019 is de tijdelijke generatiepact-regeling van rechtswege afgelopen en vervangen door een duurzaam inzetbaarheidsbeleid met bijbehorend budget van € 200.000,--, waarvan € 170.000,-- voor vitaliteitsverlof en € 30.000,-- voor materiële kosten. De dekking hiervoor komt door een onttrekking aan deze reserve. Eventuele verschillen op het budget voor duurzame inzetbaarheid worden niet meer verrekend met de Reserve uitvoering generatiepact. Deze reserve wordt alleen nog gebruikt voor de uitfinanciering van de kosten van het generatiepact. |
Wat was in 2024 gepland? | Met de reserve vindt de uitfinanciering van het werkgeversaandeel plaats in de loonkosten van de bestaande deelnemers aan de inmiddels gesloten regeling Generatiepact. De uitfinanciering is berekend op basis van een kostenpercentage van circa 30% voor de werkgever tot de AOW-gerechtigde leeftijd van de medewerkers die gebruik maken van de regeling. De begrote onttrekking wegens loonaandeel werkgever in het generatiepact bedraagt in 2024 € 509.492,-- plus € 200.000,-- voor de dekking van de kosten voor duurzame inzetbaarheid. Dit was het laatste jaar dat er dekking voor deze kosten uit de reserve Generatiepact worden gehaald. Daartegenover staat de jaarlijkse storting van € 250.268,-- zolang de regeling duurt. Dat zal nog in 2025 en 2026 het geval zijn. Het laatste jaar zal de storting worden aangepast op het benodigde bedrag om uit te komen op een reserve stand van 0. |
Wat is in 2024 gerealiseerd? | In 2024 bedroegen de werkgeverslasten van deze regeling € 489.553,--. Begroot was € 526.460,--. Er heeft daarom een storting plaatsgevonden van € 36.906,--. |
Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen? | De werkelijke kosten voortvloeiende uit het Generatiepact bedroegen € 489.553,-- en waren daarmee ongeveer gelijk aan de begroting. |
Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen |