II.4 Toelichting op de balans van 31 december 2024

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

O814

Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Verloop

2024

2025

2026

2027

2028

Saldo aanvang jaar (1)

-

89.538

586.083

868.334

824.000

Vrijgevallen bedragen (2)

-

-

-

-

-

Toevoegingen (3)

418.000

502.000

322.000

-

-

Aanwendingen (4)

55.000

5.455

39.749

44.334

-

Begroot saldo einde jaar (1-2+3-4)

363.000

586.083

868.334

824.000

824.000

Begrote aanwendingen (5)

55.000

5.455

39.749

44.334

-

Werkelijke/beoogde aanwendingen (6)

-

5.455

39.749

44.334

-

Begrote toevoegingen programma (7)

418.000

502.000

322.000

-

-

Werkelijke/beoogde toevoegingen (8)

418.000

502.000

322.000

-

-

Extra onttrekking (9)

328.462

-

-

-

-

Saldo einde jaar (10=1-2+3-4+5-6-7+8-9)

89.538

586.083

868.334

824.000

824.000

Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Provincieambtenaren kunnen op grond van de cao Provincies sinds 2024 gebruikmaken van de RVU als zij uiterlijk op 31 december 2028 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en deze leeftijd maximaal twee jaar na de RVU-deelname bereiken. Daarnaast moeten ze minimaal 41 ABP dienstjaren hebben, waarvan de laatste 10 jaar in dienst van een van de provincies of een bij de cao Provincies aangesloten organisatie. Deze voorziening is bedoeld om de uitfinanciering te kunnen doen aan alle deelnemers aan de regeling. Dit is tevens de normatieve omvang voor deze voorziening.

Instellingsbesluit

De voorziening is nodig om de naleving van de cao Provincies te kunnen realiseren, met inachtneming van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De instelling vindt plaats bij de jaarstukken 2024.

Portefeuillehouder

Yvonne Turenhout

Programma

8: Middelen en mensen

Toelichting

Provincieambtenaren kunnen op grond van de cao Provincies sinds 2024 gebruikmaken van de RVU als zij uiterlijk op 31 december 2028 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en deze leeftijd maximaal twee jaar na de RVU-deelname bereiken. Daarnaast moeten ze minimaal 41 ABP dienstjaren hebben, waarvan de laatste 10 jaar in dienst van een van de provincies of een bij de cao Provincies aangesloten organisatie.
De voorziening is nodig om de naleving van de cao Provincies te kunnen realiseren, met inachtneming van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV). De instelling vindt plaats bij de jaarstukken 2024. Deze voorziening is bedoeld om de uitfinanciering te kunnen doen aan alle deelnemers aan de regeling. Dit is tevens de normatieve omvang voor deze voorziening.

Wat was in 2024 gepland?

In het afgelopen jaar is een analyse uitgevoerd van de mogelijke deelname en de daaruit voortvloeiende loonkosten. Voor 2024 is op basis daarvan een storting noodzakelijk van € 418.000,-- (2025 € 502.000,-- en 2026 € 322.000,--). Hierbij is uitgegaan van een deelname van 50%.

Wat is in 2024 gerealiseerd?

De omvang van de voorziening wordt gebaseerd op de werkelijke opgegeven deelname nu of in de komende periode tegen de bruto loonsom over de periode waarin (nog) deelgenomen kan worden. Omdat de regeling en de administratieve procedures pas laat in het jaar gereed zijn gekomen, bedroeg de opgave van de deelname per 31 december 2024 nog slechts twee deelnemers met berekende loonkosten van € 89.538,--. Hierdoor ontstond een meevaller in 2024 van 328.462,--. Wij verwachten dat de opgaven voor deelname in 2025 aanzienlijk zullen stijgen, nu de regeling meer bekendheid krijgt en e.e.a. is ingeregeld in onze procedures en systemen.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen

Deze pagina is gebouwd op 04/23/2025 11:38:54 met de export van 04/23/2025 11:32:43