Beleidsopgave | Realisatie 2023 | Primitieve begroting 2024 | Begroting 2024 na wijziging | Realisatie 2024 | Verschil | |
Lasten | ||||||
2.01 Landbouw | 4.246.894 | 2.573.997 | 20.805.144 | 5.407.624 | 15.397.520 | |
2.02 Zorgvuldig omgaan met water | 1.685.563 | 2.449.333 | 35.545.386 | 4.168.571 | 31.376.815 | |
2.03 Natuur | 93.925.745 | 82.228.169 | 103.101.919 | 77.923.671 | 25.178.248 | |
2.04 Stikstof | 1.968.073 | 1.284.193 | 822.023 | 639.842 | 182.181 | |
Totaal Lasten | 101.826.275 | 88.535.692 | 160.274.472 | 88.139.708 | 72.134.764 | |
Baten | ||||||
2.01 Landbouw | -2.294.365 | -2.093.464 | -12.949.644 | -2.523.922 | -10.425.722 | |
2.02 Zorgvuldig omgaan met water | -1.731.600 | -810.000 | -33.538.817 | -2.324.699 | -31.214.118 | |
2.03 Natuur | -32.808.054 | -20.949.667 | -34.215.062 | -34.207.992 | -7.070 | |
2.04 Stikstof | -3.553.136 | -302.886 | -317.458 | -850.974 | 533.516 | |
Totaal Baten | -40.387.155 | -24.156.017 | -81.020.981 | -39.907.587 | -41.113.394 | |
Totaal programma | 61.439.120 | 64.379.675 | 79.253.491 | 48.232.121 | 31.021.370 |
Verrekening met reserves
Toelichting | |
---|---|
Saldo Programma | 31.021.370 |
Bestemming resultaat reserves bij programma | |
Bijdrage aan reserve opvang revolverend financieren | -10.000 |
Bijdrage aan reserve provinciaal aandeel ILG | -335.555 |
Bijdrage aan reserve natuurbeleid | -24.741.593 |
Bijdrage aan reserve Verstrekte subsidies | -332.429 |
Bijdrage van Reserve Bodem | -311.612 |
Totaal verrekend met reserves | -25.731.189 |
Resultaat programma na bestemming reserves | 5.290.180 |
Toelichting op verschillen begroting en rekening
Lasten
Landbouw
Beleidsopgave: 2.01 Landbouw
De totale afwijking betreft een voordeel van € 15.397.520,--.
De voornaamste afwijkingen betreffen:
Doelstelling: 2.01.01 Werken aan een toekomstgerichte landbouw
De afwijking op dit onderdeel bedraagt € 13.355.933,-- voordelig.
Binnen deze doelstelling valt het meerjarige Europese Programma GLB-NSP, waar ook LEADER Oost- en West Drenthe onderdeel van uitmaken. Dit programma loopt van 2023 tot en met 2027, met een eindafrekening in 2029. De bijbehorende subsidies en uitbetalingen worden niet gelijkmatig over de jaren verdeeld, maar zijn afhankelijk van de momenten waarop openstellingen plaatsvinden en projecten worden uitbetaald. Hierdoor is er in 2024 een voordeel ontstaan van € 1.052.794,-- voor LEADER Oost, € 905.355,-- voor LEADER West en € 7.003.186,-- voor GLB/NSP. Deze middelen worden overgeheveld naar 2025.
Daarnaast is er een voordeel van € 507.403,-- door de afronding van POP3 Landbouw, de voorganger van GLB/NSP. Bij de eindafrekeningen van dit programma kwam een vrijval van middelen naar voren. Ook de SPUK Innovatieve Landbouw NN, waarvan de looptijd is verlengd tot en met 2028, zorgde voor een financieel voordeel van € 2.582.575,--. In 2024 werd vooral voorbereidend werk verricht, waarvan een deel van de uitvoering en betalingen in 2025 plaatsvinden.
Daarnaast is er een voordelig saldo van € 601.202,-- binnen het budget voor verbetering van de landbouwstructuur. Dit bedrag bevat onder andere € 355.678,-- voor de Agroagenda, waarvoor Drenthe als kassier optreedt. Deze middelen worden verrekend met de reserve natuur.
Voor de opschaling van duurzaamheidsplannen is € 655.325,-- gereserveerd voor een subsidieregeling die in 2025 wordt ingezet.
Het resterende voordeel van € 48.093 is het saldo van onder- en overbestedingen op andere landbouwprojecten.
Doelstelling: 2.01.02 Bijdrage Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw
De afwijking op dit onderdeel bedraagt € 2.025.787,- voordelig.
Omdat sommige projecten een langere looptijd hebben en in 2025 nog doorlopen is de regiodeal verlengd tot en met eind 2025.
Het resterende saldo van € 15.801,-- voordelig is een som van alle onder- en overbestedingen met betrekking tot overige doelstellingen binnen deze beleidsopgave.
Zorgvuldig omgaan met water
Beleidsopgave: 2.02 Zorgvuldig omgaan met water
De totale afwijking betreft een voordeel van € 31.376.815,--.
De voornaamste afwijkingen betreffen:
Doelstelling: 2.02.04 Anticiperen op klimaatverandering door adaptatie
Het budget Procesgeld klimaatadaptatie zou besteed worden aan verschillende inspanningen van een op te stellen programma klimaatadaptatie en daarmee volledig uitgeput zijn in 2024.
In het derde kwartaal 2024 zou een programmaplan opgeleverd worden. Door onvoorziene omstandigheden is dit echter niet gelukt. In het vierde kwartaal van 2024 is een tussenresultaat voor het programma opgeleverd. Deze procesgang heeft tot gevolg dat een deel van de incidentele procesgelden klimaatadaptatie nog niet zijn besteed en nu overgeheveld moeten worden naar 2025. Het gaat om een bedrag van € 170.562,--.
Daarnaast hebben wij in het kader van de specifieke uitkering tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie 2021-2027, Werkregio Fluvius € 450.380,-- meer besteed dan in 2024 was begroot. Het gaat hierbij om bestedingen door Prolander in het kader van Fluvius die via de PMV bij ons zijn gedeclareerd. De bestedingen in het kader de tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie worden volledig gedekt met de specifieke uitkering die we van het Rijk hebben ontvangen en hebben geen effect op het rekeningresultaat.
Doelstelling: 2.02.05 De oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit voldoet in 2027 aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water
In het kader van de Regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (Rpml) hebben wij van het Rijk een toekenningsbeschikking ontvangen van € 269.896.956,--. Het bedrag van € 31.558.681,-- was bestemd voor specifieke maatregelen die gericht zijn om de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te realiseren. Wij hebben dit volledige bedrag in onze begroting verwerkt en hebben wij eind 2024 in dit kader van deze regeling een viertal subsidies verstrekt aan de waterschappen Noorderzijlvest, Drents Overijsselse Delta, Vechtstromen en Hunze en Aa's voor een totaalbedrag van € 29.911.770,--. Voor de verantwoording van deze subsidielasten zijn wij echter gebonden aan de SiSa-verantwoordingssystematiek. Dat wil zeggen dat de subsidielasten van de waterschappen pas een jaar later in onze administratie mogen worden verwerkt. De waterschappen zullen via de SiSa-verantwoording 2024 voor het eerst financieel over de voortgang aan ons rapporteren. De hierin opgenomen subsidielasten zullen wij in 2025 in onze administratie verwerken. Deze lasten nemen wij vervolgens op in onze SiSa-verantwoording 2025 aan het Rijk. Het resultaat hiervan is een voordeel van € 31.558.681,-- aan de lastenkant en een nadeel gelijk aan dit bedrag aan de batenkant. Dit heeft verder geen effect op ons rekeningresultaat.
Daarnaast hebben wij in het kader van de uitvoering van de KRW-projecten € 259.071,-- meer besteed dan geraamd. Dit nadeel is het gevolg van een aantal verstrekte subsidies in het kader van het Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer die voor de helft worden gedekt door een niet geraamde bijdrage van de waterschappen.
Verder hebben wij in het kader van de Tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater € 459.057-- minder besteed dat verwacht. Deze bestedingen worden volledig gedekt door een specifieke uitkering van het Rijk. Over- of onderbestedingen m.b.t. deze subsidieregeling hebben geen impact op het rekeningresultaat.
Het resterende nadeel van € 102.034,-- is het saldo van over- en onderbestedingen op andere budgetten binnen beleidsopgave 2.02 Zorgvuldig omgaan met water.
Natuur
Beleidsopgave: 2.03 Natuur
De totale afwijking betreft een voordeel van € 25.178.248,--.
De voornaamste afwijkingen betreffen:
Doelstelling: 2.03.01 Versterken en behouden van Natuur en landschap (€ 22.108.749,-- V)
De lasten voor het subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) vallen hoger uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de contracten die de provincie heeft afgesloten, op basis van de standaardkostprijs, hoger uitvallen dan dat we aan middelen in de septembercirculaire 2024 extra hebben ontvangen in verband met de verhoging van de standaardkostprijs voor het beheren van natuur. Dit nadeel wordt met de reserve Natuurbeleid geëgaliseerd en heeft geen invloed op het rekeningresultaat.
De realisatie voor Dwingelderveld en Nieuw-Schoonebeek heeft vertraging opgelopen in de uitvoering en daarmee worden de verwachte lasten niet in 2024 gemaakt en doorgeschoven naar 2025. Daarentegen vallen de lasten voor Geelbroek hoger uit dan verwacht. Deze drie projecten geven in 2024 uiteindelijk een voordelig resultaat. Dit wordt geëgaliseerd met de reserve Natuurbeleid en heeft dus geen invloed op het rekeningresultaat.
Er zijn minder hectares gekocht en gepasseerd bij de notaris dan gedacht bij de 3e actualisatie 2024. De vertraging in de aktepassering bij de notaris heeft er mee te maken dat de wederpartij meer tijd nodig had voor de overdracht door onder andere langere doorlooptijd voor de financiering, benodigde vergunning waren niet tijdig verstrekt en de onzekerheid over de toekomstige inrichting binnen het landelijk gebied. Verder is abusievelijk een bedrag tweemaal opgenomen in de begroting. Dit is technisch gecorrigeerd. Dit voordeel wordt met de reserve Natuurbeleid geëgaliseerd en heeft geen invloed op het rekeningresultaat.
De Specifieke uitkering (SPUK) Programma Natuur 1e fase bestaat binnen deze doelstelling uit 4 onderdelen.
Hydrologische verbetering
De lasten voor hydrologische verbetering vallen lager uit dan begroot door dat er toch vertraging in de uitvoering van diverse projecten heeft plaatsgevonden. In 2025 wordt de uitvoering voortgezet en vindt afronding plaats. De niet uitgegeven middelen blijven beschikbaar binnen deze SPUK.
Uitvoeringskosten
Het verschil wordt veroorzaakt door de hogere personeelskosten t.o.v. de 3e actualisatie 2024. De doorgevoerde begrotingswijziging is lager dan de werkelijke bestede kosten omdat de verwerking van personeelskosten na de 3e actualisatie 2024 heeft plaatsgevonden. Hierdoor is een te lage inschatting gemaakt. Het nadeel in de lasten heeft een direct verband met de hogere baten. Dit nadeel heeft daarom geen invloed op het rekeningresultaat.
Verbetering van de kwaliteit van natuurgebied
De lasten voor hydrologische verbetering vallen hoger uit dan begroot doordat er een administratieve verwerking heeft plaatsgevonden van een meerjarig groot project waarmee geen rekening is gehouden in de begroting. De niet uitgegeven middelen blijven beschikbaar binnen deze SPUK.
Boscompensatie PN
Het betreft een niet begrote uitgave. Dit heeft een causaal verband met de niet begrote Rijksbijdrage. Per saldo is er op dit product geen verschil tussen de lasten en de baten.
Het voordelige saldo op de doelstelling Versterken en behouden van Natuur en landschap heeft geen effect op het rekeningresultaat van de provincie, doordat dit saldo wordt verrekend met de reserve Natuurbeleid of beschikbaar blijft binnen de specifieke uitkeringen (SPUK’s).
Doelstelling: 2.03.02 Mooi en aangenaam Drenthe (€ 1.916.321 V)
De onderuitputting op de lasten heeft een causaal verband met de lagere gerealiseerde baten. Dit wordt veroorzaakt door het onbenutte gedeelte van de SPUK in 2024. Het overschot wordt veroorzaakt door de niet bestede middelen voor het opstellen van een uitvoeringsplan voor de bestrijding van de invasieve exoten. Hiervoor is een voorstel gedaan om een bedrag van € 110.000,-- over te hevelen naar het boekjaar 2025 en € 50.000,-- naar het boekjaar 2026, voor het opstellen van het uitvoeringsplan en de daarbij behorende acties uit te zetten.
Daarnaast is er een voorgestelde overheveling van € 297.273 voor het opstellen van de soortenmanagementplannen, als onderdeel van de SPUK Natuurinclusief isoleren. Het betreft hier de eigen bijdrage voor ondersteuning van de gemeenten bij het opstellen van de plannen en het uitvoeren van het beleid.
Doelstelling 2.03.03 Behouden en versterken Nationale Parken (€ 152.061 V)
De onderschrijding op de lasten wordt veroorzaakt door een dubbel begroot budget voor de subsidie aan de IVN. In de 1e actualisatie wordt de begroting 2025 op dit onderdeel aangepast. Daarnaast is er een overschot door lagere uitgaven voor de RVO projecten 2020-2023, waarvoor wij een cofinancieringsbijdrage verstrekt hebben. De totale projectkosten waren lager, dus de RVO-subsidie is lager vastgesteld en naar rato ook onze subsidie. De afrekening heeft plaatsgevonden in 2024.
Doelstelling: 2.03.05 Agrarisch Natuurbeheer (€ 919.555 V)
Het voordeel op deze doelstelling is grotendeels te verklaren door de compensatie tariefstijging van ruim € 1 miljoen welke is ontvangen in de septembercirculaire 2024. Deze gelden zullen gedurende de looptijd van het programma Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (2023-2028) extra worden ingezet. Dit voordelige saldo wordt verrekend met de reserve Natuurbeleid.
Doelstelling 2.03.06 Inzicht verkrijgen in natuurkwaliteit (€ 155.332 N)
De SNL vergoedingen (Subsidiestelsel Natuur en Landschap) die Terrein Beherende Organisaties
(TBO’s) ontvangen voor het monitoren van natuurkwaliteit zijn gestegen door de groei in hectaren natuur en de stijging van standaard kostprijs (SKP’s). Het saldo wordt geëgaliseerd in de reserve Natuurbeleid.
Doelstelling: 2.03.07 Uitvoering van de Omgevingswet voor activiteiten die de natuur betreffen
(€ 237.935 V)
De open-eind regeling: afhandelen faunaschades, is via actualisaties in 2024 budgettair opgenomen voor € 1.503.000,--. De raming bestaat uit de vergoedingen die grondgebruikers krijgen op basis van het provinciale faunaschade beleid (tegemoetkomingen faunaschade, edelherten- en ganzenregeling en dassenovereenkomsten) en de wolf. Ook vallen de taxatiekosten, die worden gemaakt om de hoogte van de faunaschade vast te stellen, hieronder.
De kosten zijn onder andere afhankelijk van het faunaschade beleid, het aantal aanvragen, het aantal schadeveroorzakende dieren, de hoogte van de schade en de gewasprijs. Uiteindelijk wordt de werkelijk uitbetaalde schade naderhand verrekend per provincie. Hoewel de schadevergoeding jaarlijks stijgt, bleek de vooraf voorziene ophoging van het budget niet volledig nodig, waardoor een positief saldo is ontstaan. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat de afhandeling van faunaschades via BIJ12 loopt en dat er in de loop van 2025 nog een definitieve afrekening over 2024 zal plaatsvinden. Hierdoor kan het huidige financiële beeld nog veranderen.
Naast dit voordeel is er ook een financieel nadeel van € 98.500,-- ontstaan. Dit komt doordat in 2024 subsidie is uitgekeerd voor zowel 2024 als 2025 in het kader van de groene regie. Omdat de lasten voor 2025 hierdoor al in 2024 zijn verantwoord, heeft dit geleid tot een negatieve afwijking.
Stikstof
Beleidsopgave: 2.04 Stikstof
De totale afwijking betreft een voordeel van € 182.181,--.
Klimaatmitigatie
Beleidsopgave: 2.05 Klimaatmitigatie
Niet van toepassing.
Baten
Landbouw
Beleidsopgave: 2.01 Landbouw
De totale afwijking betreft een nadeel van € 10.425.722,--.
De voornaamste afwijkingen betreffen:
Doelstelling: 2.01.01 Werken aan een toekomstgerichte landbouw
De afwijking op dit onderdeel bedraagt € 8.127.819,-- nadelig.
Het grootste deel van dit nadeel, € 5.262.186,--, houdt verband met het meerjarige Europese Programma GLB-NSP, waar ook LEADER Oost- en West Drenthe onder vallen, en met de afronding van het voorgaande Europese programma POP3. Omdat de baten direct gekoppeld zijn aan de uitgaven binnen deze programma’s, is er sprake van een causaal verband.
Daarnaast is er een nadelig saldo van € 2.582.575,-- binnen de SPUK Innovatieve Landbouw NN. Dit bedrag staat eveneens in direct verband met de uitgaven.
Binnen het budget voor verbetering van de landbouwstructuur is een nadeel van € 216.159,-- ontstaan. Deze middelen worden verrekend met de reserve natuur.
Het resterende nadeel van € 66.899,-- is het saldo van kleinere onder- en overbestedingen binnen diverse andere landbouwprojecten.
Doelstelling: 2.01.02 Bijdrage Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw
Binnen deze doelstelling is in 2024 een financieel nadeel van € 2.282.102,-- ontstaan. Dit bedrag staat in direct verband met de uitgaven binnen dit programma.
Het resterende saldo van € 15.801,-- nadelig is een som van alle onder- en overbestedingen met betrekking tot overige doelstellingen binnen deze beleidsopgave.
Zorgvuldig omgaan met water
Beleidsopgave: 2.02 Zorgvuldig omgaan met water
De totale afwijking betreft een nadeel van € 31.214.118,--.
De voornaamste afwijkingen betreffen:
Doelstelling: 2.02.04 Anticiperen op klimaatverandering door adaptatie
In het kader van de specifieke uitkering tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie 2021-2027, Werkregio Fluvius hebben wij een voordeel gerealiseerd van € 450.380,--. Wij hebben een hogere Rijksbijdrage verantwoord als gevolg van hogere bestedingen door Prolander die via de PMV bij ons zijn gedeclareerd. De hogere baten en lasten met betrekking tot deze regeling hebben geen effect op het rekeningresultaat.
Doelstelling: 2.02.05 De oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit voldoet in 2027 aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water
In het kader van de Regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (Rpml) hebben wij voor het onderdeel water een bate geraamd van € 31.558.681,--. Deze bate hebben wij echter niet gerealiseerd omdat de verantwoording van de hiermee samenhangende subsidielasten via de SiSa-verantwoordingssystematiek plaats gaat vinden. Dat wil zeggen dat de subsidielasten van de waterschappen pas een jaar later in onze administratie mogen worden verwerkt. De waterschappen zullen via de SiSa-verantwoording 2024 voor het eerst financieel over de voortgang aan ons rapporteren. De hierin opgenomen subsidielasten en de Rijksbijdrage ter dekking van deze lasten zullen wij in 2025 in onze administratie verwerken. Het resultaat hiervan is een nadeel van € 31.558.681,-- aan de batenkant. Dit nadeel heeft geen effect op ons rekeningresultaat.
Daarnaast hebben wij in het kader van de uitvoering van de KRW-projecten aan de batenkant een voordeel gerealiseerd van € 409.729,-- als gevolg van een aantal verstrekte subsidies met betrekking tot het Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer die voor de helft worden gedekt door een bijdrage van de waterschappen. Ook hebben wij in 2024 een aantal projectsubsidies in het kader van het deltaprogramma op een lager bedrag vastgesteld. Om deze reden hebben wij een deel van de eerder ontvangen bijdrage van de waterschappen moeten terugbetalen. Het gaat hierbij om een nadeel van € 115.551,--.
Verder hebben wij in het kader van de Tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater een nadeel gerealiseerd van € 459.057,--. Deze lagere bate heeft te maken met lagere bestedingen in het kader van deze specifieke uitkering.
Het resterende voordeel van € 59.062,-- is het saldo van over- en onderbestedingen op andere budgetten binnen beleidsopgave 2.02 Zorgvuldig omgaan met water.
Natuur
Beleidsopgave: 2.03 Natuur
De totale afwijking betreft een nadeel van € 7.070,--.
Stikstof
Beleidsopgave: 2.04 Stikstof
De totale afwijking betreft een voordeel van € 533.516,--.
De voornaamste afwijkingen betreffen:
Doelstelling: 2.04.01 Reductie van emissies door doelsturing, managementmaatregelen en innovatie (€ 291.092 N)
Het negatieve saldo heeft betrekking op de decentralisatie uitkering Gebiedsgerichte aanpak Stikstof door het storten van een bijdrage in het BTW-Compensatiefonds.
Doelstelling: 2.04.03 Aanpak PAS-melders (€ 839.608 V)
Het verschil op de baten heeft een causaal verband met de uitgaven. Het betreft hier een voordeel door een Rijksbijdrage voor de SPUK Pas-melders. Daarnaast zijn er binnen deze doelstelling minder lasten gemaakt. Omdat deze lasten direct samenhangen met de baten, leidt dit tot een lagere bate.
De overige mutaties salderen in een nadeel van € 15.000,--.
Klimaatmitigatie
Beleidsopgave: 2.05 Klimaatmitigatie
Niet van toepassing.