Inleiding
We hebben de wettelijke taak om de bestemming van gronden en het daarbij behorende beleid vast te stellen en erop toe te zien dat gemeentelijke bestemmingsplannen in lijn zijn met het provinciale ruimtelijke beleid. Ons ruimtelijk beleid wordt vastgelegd in de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening. Daarmee geven we sturing aan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe. We werken aan een nieuwe Omgevingsvisie die onder andere vastlegt hoe we om willen gaan met de gevolgen van klimaatverandering, de toekomst van de energievoorziening, de toekomst van het landelijk gebied, de toekomst van het wonen en het werken en ondernemen in en de bereikbaarheid van onze dorpen en steden. Daarbij houden we rekening met de nieuwe Nota Ruimte van het Rijk. Het Rijk heeft ons gevraagd om via het programma NOVEX inbreng te leveren voor deze nieuwe Nota Ruimte en is voornemens daarover afspraken met ons te maken. Daarnaast is de samenwerking met het Rijk in de zogenoemde NOVEX-gebieden Groningen-Assen en Zwolle van belang. Ook zijn we gestart met het Ontwikkelperspectief voor Zuid- en Oost-Drenthe. Om aan haar veiligheidstaak te kunnen voldoen, nu en in de toekomst, heeft defensie meer ruimte nodig in Nederland. In het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie worden daarom verschillende alternatieven onderzocht om hieraan te kunnen voldoen, waarvan een aantal ten koste zullen gaan van de beschikbare ruimte en/of leefkwaliteit in Drenthe. Om zo min mogelijk verrast te worden en defensie op haar verantwoordelijkheid te wijzen richting de Drentse samenleving hebben wij een structureel overleg in het leven geroepen waarbij naast defensie en de provincie ook het ministerie van Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (VRO) en de relevante Drentse gemeenten zijn aangehaakt. Op deze wijze proberen we zowel inhoudelijk als procesmatig vroegtijdig invloed uit te oefenen op het proces van het NPRD. Naar verwachting zal medio meiapril 2025 een ontwerpnota Ruimte voor Defensie openbaar worden waarna tegen de zomer 2025 definitieve besluitvorming volgt. Maatschappelijk leeft er een brede roep op meer regie op de woningmarkt door de overheid. Het Rijk werkt daarom aan een nieuwe Regiewet en een nieuwe rol voor provincies vanaf 2025. De Wet Versterking Regie Volkshuisvesting zorgt voor meer regie van het Rijk en de Provincie op waar, hoeveel en voor wie we bouwen, met name voor betaalbaar wonen en gelijke kansen voor urgent woningzoekenden. De wet regie ligt nu voor bij de Tweede Kamer. Anticiperend op het eventueel aannemen van de wet, heeft de provincie haar intern en extern handelen aangepast. Wij moedigen gemeenten aan bij beleidsactualisatie rekening te houden met de kaders van het wetsvoorstel en we bereiden ons zelf ook voor op een grotere rol op het gebied van sturen op betaalbaarheid van woningen en de huisvesting van specifieke doelgroepen. De ambitie en strategie in de woonagenda bestaat uit drie pijlers. Hierbij ligt het accent op de versnelling op de woningbouw middels het impulsteam, de subsidie transformatie en woningsplitsing en de ondersteuning bij CPO projecten. Met het Impulsteam Wonen ondersteunt de provincie gemeenten om plannen sneller te kunnen uitvoeren. Het Impulsteam is opgericht om gemeenten te ondersteunen bij de woningbouwopgave zoals die zijn vastgelegd in de regionale woondeals. Het team geeft voornamelijk direct en indirect advies bij woonplannen voor tijdelijke woonoplossingen; Flexwonen. En het levert, zeer succesvol, ondersteuning aan tientallen collectieve bewonersinitiatieven (Wooninitiatieven). Naast de directe personele inzet, via het Impulsteam, zijn er verschillende financiële regelingen in het leven geroepen waar beroep op kan worden gedaan door de gemeenten en ontwikkelende partijen. |
---|
Wat hebben we bereikt en wat hebben we gedaan?
Doelstelling | Omschrijving doelstelling | Status | Toelichting realisatie |
---|---|---|---|
3.01.01 Toekomstbestendig Wonen | |||
Experimenteren met anders wonen wordt opgenomen in de aanpak toekomstbestendig wonen. Dit betreft de ondersteuning van bewonersinitiatieven. In de praktijk werd dit de afgelopen jaren al uitgevoerd door het Impulsteam Wonen. Dit levert naar verwachting ca. 700 extra woningen op en is daarmee onderdeel van de Woondeal met Rijk en gemeenten om in totaal 13.000 extra woningen in 2030 te hebben toegevoegd. | Impulsteam Monitoring Aandachtsgroepen Betaalbaarheid Toekomstbestendig bouwen | ||
3.01.02 Ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe mét ruimtelijke kwaliteit | |||
Ons doel is dat de ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe met kwaliteit wordt uitgevoerd: de juiste functie op de juiste plek, zuinig gebruik maken van de ruimte die we hebben, de ruimte zo inrichten dat we die goed kunnen gebruiken en met zorg inpassen zodat de identiteit en landschappelijke kwaliteit van Drenthe behouden blijft. Het ruimtelijke beleid is vastgelegd in de Omgevingsvisie met doorwerking in de Omgevingsverordening, We zien erop toe dat de gemeentelijke plannen zich hiertoe verhouden. Met subsidies ondersteunen we initiatieven die de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe verbetert. In 2024:
| Stads- en dorpsvernieuwingsfonds Met de vaststelling van de Begroting 2025 is er budget beschikbaar gesteld voor een nieuwe ronde van stads- en dorpsvernieuwing. Voor 2025 betreft dit € 4 mln. voor een actualisatie van het Regiostedenfonds, € 1,75 mln. voor een actualisatie van de HRK PLUS en € 5 mln. voor een nieuwe subsidieregeling voor dorpsvernieuwing. Onze ambitie is om medio 2025 de nieuwe subsidieregelingen vast te stellen, zodat deze opengesteld worden voor een nieuwe ronde van subsidieverlening voor stads- en dorpsvernieuwing. Actualisaties van het Regiostedenfonds en HRK PLUS Voor de actualisaties van het Regiostedenfonds en HRK PLUS is op basis van de voortgangsrapportages van de huidige regelingen gesproken over vervolgopgaven met de gemeenten. De subsidieregelingen zullen op onderdelen aangepast worden. Hierover volgt nadere afstemming met gemeenten en centrum gerelateerde stakeholders in 2025. Voor het Dorpsvernieuwingsfonds is voor de zomer een ambtelijke ronde gedaan om op te halen welke opgaven spelen op het gebied van leefbaarheid en voorziengen. Deze input is gebruikt voor een beleidsverkenning voor het opstellen van de subsidieregeling. Vaststelling van de regelingen schuift hierom door naar september 2025. Dat geeft ook tijd om met de gemeenten verder bestuurlijk af te stemmen. NOVEX In januari 2024 is het ruimtelijk voorstel Drenthe opgeleverd en aangeboden aan de minister voor Ruimtelijke Ordening. Onder andere op basis van dit ruimtelijk voorstel werkt het Rijk aan een nieuwe Nota Ruimte waarin richting moet worden gegeven aan de ruimtelijke inrichting van Nederland. Hiertoe is eind juni het voorontwerp opgeleverd welke momenteel door het nieuwe kabinet wordt herrijkt aan de hand van de uitgangspunten in het vigerende regeerakkoord. Samen met de andere provincies zijn wij na de zomer van 2024 in gesprek met het Rijk over de impact van deze herrijking i.r.t. de ruimtelijke voorstellen en tot welke wederkerige afspraken dit zou moeten leiden in een nog af te sluiten Ruimtelijke arrangement 1.0. Deze gesprekken lopen door tot in 2025 en het ruimtelijk arrangement 1.0 zal naar verwachting vlak voor de zomer 2025 kunnen worden vastgesteld. Dat is ook het moment waarop naar verwachting het Rijk haar ontwerpnota Ruimte zal opleveren. Het is de bedoeling dat het ruimtelijk arrangement jaarlijks wordt geactualiseerd, waarna eventuele doorwerking richting respectievelijk de Nota ruimte en de provinciale omgevingsvisie zal plaatsvinden (in kader van de reguliere actualisatie). NOVEX-gebieden. Een vergelijkbaar en samenhangend proces is doorlopen in de beide NOVEX-gebieden (regio's Zwolle en Groningen-Assen). Het afgelopen jaar is in beide regio's een slag gemaakt om van het NOVEX-Ontwikkelperspectief naar een concrete uitvoeringsagenda met bijbehorende investeringsagenda te komen. Beide agenda's richten zich voornamelijk op (het versnellen van) de uitvoering en hebben daarmee een kortere scope (2030 met doorkijk naar 2040) dan het ruimtelijk arrangement (tot 2050). Naar verwachting zullen ook beide uitvoeringsagenda's in 2025 worden vastgesteld. Regio Groningen-Assen Naast de NOVEX afspraken waar naartoe wordt gewerkt in de regio Groningen-Assen heeft in 2024 ook de periodiek evaluatie van het huidige samenwerkingsverband plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn net na de zomer 2024 vastgesteld en gedeeld met Provinciale Staten. Op basis hiervan hebben provinciale Staten hun input kunnen meegeven aan Gedeputeerde Staten welke waar mogelijk worden verwerkt in de nieuwe toekomstagenda. Naar verwachting zal de nieuwe toekomstagenda 2026-2030 begin 2025 worden vrijgegeven voor definitieve besluitvorming in de raden en Staten. Regio Zwolle Naast de NOVEX afspraken waar naartoe wordt gewerkt in de regio Zwolle heeft het regiobureau gewerkt aan het opstellen van uitvoeringsprogramma's – als uitwerking van de Meerjarige agenda 2024-2028- Regio Zwolle stapt door- voor de andere pijler Economie en Arbeidsmarkt. In februari is de nieuwe Regio Deal (2024-2028) door het Rijk gehonoreerd. De komst van deze nieuwe deal biedt Regio Zwolle de mogelijkheid om een veerkrachtigere, toekomstgerichte regio te creëren. De Deal richt zich op de thema’s ‘toekomstbepalende bedrijven’, ‘de vitaliteit van kernen en een gezonde woon-, werk- en leefomgeving’ en ‘een natuurinclusieve en klimaatadaptieve regio’. In de eerste tranche welke eind 2024 werd opengesteld lag de focus op economie. Samen met de Drentse gemeenten in de Regio Zwolle werken wij aan een gebiedsarrangement met focus op de vitaliteit van kernen en een gezonde woon-, werk- en leefomgeving, welke ingediend zal worden voor de tweede tranche. Ontwikkelperspectief Zuid- en Oost Drenthe Binnen het programma Elke Regio Telt werken we samen met het Rijk, de gemeenten Borger-Odoorn, Hoogeveen, Emmen en Coevorden aan het versterken van de brede welvaart in de Regio Zuid- en Oost-Drenthe. Gezamenlijk wordt gewerkt aan een ontwikkelperspectief welke de inzet vormt voor verdere uitwerking op regionaal niveau en daarmee de input voor relevante programma's. Ruimte voor defensie In 2024 is ook intensief gewerkt aan het Nationale Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). Om aan haar veiligheidstaak te kunnen voldoen, nu en in de toekomst, heeft defensie meer ruimte nodig in Nederland. In het NPRD worden daarom verschillende alternatieven onderzocht om hieraan te kunnen voldoen, waarvan een aantal ten koste zullen gaan van de beschikbare ruimte en/of leefkwaliteit in Drenthe. Om zo min mogelijk verrast te worden en defensie op haar verantwoordelijkheid te wijzen richting de Drentse samenleving hebben wij een structureel overleg in het leven geroepen waarbij naast defensie en de provincie ook het ministerie van Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (VRO) en de relevante Drentse gemeenten zijn aangehaakt. Op deze wijze proberen we zowel inhoudelijk als procesmatig vroegtijdig invloed uit te oefenen op het proces van het NPRD. Naar verwachting zal medio mei 2025 een ontwerpnota Ruimte voor Defensie openbaar worden waarna tegen de zomer 2025 definitieve besluitvorming volgt. | ||
Welke feiten en cijfers zijn er?
Ruimte
Wij beoordelen jaarlijks circa 300 honderd gemeentelijke ruimtelijke plannen op overeenstemming met het provinciale ruimtelijk beleid, zoals vastgelegd in de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening. In een enkel geval leidt dit tot een zienswijze.
Wonen
In de Regionale Woondeals is de minimale ambitie om 16.200 bruto woningen (13.000 netto woningen) toe te voegen aan de Drentse voorraad tussen 2022 - 2030. Dit komt neer op 1.800 bruto woningen per jaar (1.444 netto woningen).
- De huidige situatie toont aan dat de woningbouwdoelstellingen voor de jaren 2022 en 2023 zijn behaald. In 2024 verliep de realisatie van de woningbouw in Drenthe nagenoeg volgens plan.
- De Regionale Woondeals schrijven voor dat in Drenthe in 2025 2.230 netto woningen worden gerealiseerd. De provinciale Woningbouwmonitor laat zien dat dit naar verwachting wordt behaald.
- De Regionale Woondeals beschrijven dat de nieuwbouwwoningen voor 2/3 deel betaalbaar zijn voor alle regio’s. De Woningbouwmonitor laat zien dat dit op provinciaal niveau wordt gehaald.
Wat heeft deze beleidsopgave gekost?
3.01 Ruimtelijke ordening en Wonen | Primitieve begroting | Begroting na wijziging | Realisatie | Verschil | |
Lasten | 7.781.457 | 10.333.975 | 8.043.048 | 2.290.927 | |
---|---|---|---|---|---|
Doelstelling 3.01.01 Toekomstbestendig Wonen | 2.337.778 | 3.696.285 | 3.416.184 | 280.101 | |
Doelstelling 3.01.02 Ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe mét ruimtelijke kwaliteit | 5.443.679 | 6.637.690 | 4.626.865 | 2.010.825 | |
Baten | -1.116.507 | -988.729 | -127.778 | ||
Doelstelling 3.01.01 Toekomstbestendig Wonen | 0 | -966.507 | -890.890 | -75.617 | |
Doelstelling 3.01.02 Ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe mét ruimtelijke kwaliteit | 0 | -150.000 | -97.839 | -52.161 | |
Saldo | 7.781.457 | 9.217.468 | 7.054.320 | 2.163.148 |
Ontwikkelingen
- Om aan haar veiligheidstaak te kunnen voldoen, nu en in de toekomst, heeft defensie meer ruimte nodig in Nederland. In het NPRD worden daarom verschillende alternatieven onderzocht om hieraan te kunnen voldoen, waarvan een aantal ten koste kunnen gaan van de beschikbare ruimte en/of leefkwaliteit in Drenthe.
- In 2025 wordt de Contournota in een participatief traject uitgewerkt tot een ontwerp-Omgevingsvisie.
- De Wet Versterking Regie Volkshuisvesting zorgt voor meer regie van het Rijk en de Provincie op waar, hoeveel en voor wie we bouwen, met name voor betaalbaar wonen en gelijke kansen voor urgent woningzoekenden. Maar ook is de verwachting dat de provincie er een aantal taken bij krijgt. Onder meer op het gebied van interbestuurlijk toezicht op specifieke onderwerpen. Zoals toetsen aan de instructieregels van volkshuisvestingsprogramma's en urgentieregelingen. De wet regie ligt nu voor bij de Tweede Kamer. Anticiperend op het eventueel aannemen van de wet, hebben wij ons intern en extern handelen aangepast: De provincie moedigt gemeenten aan bij beleidsactualisatie rekening te houden met de kaders van het wetsvoorstel en we bereiden ons zelf ook voor op een grotere rol op het gebied van sturen op betaalbaarheid van woningen en de huisvesting van specifieke doelgroepen.